NapiHolland

.

.

Wie ben jij?

Wat doe jij?

Wat doe je?

Waar woon je?

Hoe heet je?

Uit welk land kom je?

Waar ga je naartoe?

Werk je in Antwerpen?

(29)

-----------------------------------------------------------------------------

.

.

.

Prima

Uitstekend

heel goed

goed

het gaat wel

niet zo goed

slecht

.

.

.

Prima

excellent

very good

good

so-so

not to good

bad

How are you?

.

----------------------------------------------------------------------------

gouden = golden

avontuur

dag - dagen

glijden = slip

vredig = peaceful, quiet

voorbij = gone

dorp

onze

krijger = warrior

woont

.

.

goed - goede

vangst - catch

vandaag

wel 

niets = nothing, not at all

bijzonder = special

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

de winkel

de zoon

zon

het gezin

het ziekenhuis

al lang

ander(e)

vraag

iets

nog

de tijd

huur

welke

doen

hospital

family

sun

son

shop

yet, still

something

question

other

time

rent

which

do

---------------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Uit welk land kom je?

Komt Zsolt uit Brussel?

Waar komt Zsolt vandaan?

Waar ga je naartoe?

Waar gaat Paolo naartoe?

Gaat Bert naar Leuven?

Wat doet Zsolt?

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Who are you?

Who is this?

What is it?

Where do you live?

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Wie is dat? Dat is mijn collega. Hoe heet hij? Hij heet Bert. Waar is hij vandaan? Hij is van Knokke. Wat doet hij? Hij is marketingmanager. Waar woont hij? Hij woont in Leuven.

------------------------------------------------------------------------------------------------

werken, wonen, komen

Peter ........... in Brussel maar hij ........... in Leuven.

Lisa en Jan ........................ uit Budapest.

economie

bij een firma

------------------------------------------------------------------------------------

I am Zsolt Barta.

I am from Budapest.

I was born in Hungary.

I live in Leuven.

I am student and I work in Leuven at a company.

I study economy.

----------------------------------------------------------------------------------

- Dag meneer. Bent u professor Deman?

- Nee, mijn naam is Demeester.

- Excuseer.

-------------------------------------------------------------------------------

vader

moeder

father

mother

broer

firma

brother

company

maar

travel

beroep

reis

but

----------------------------------------------------------------------------------

Wie ben jij?

Wie is dat?

Wie zijn dit?

Wat is dit?

Hoe heet jij?

Wat is je naam?

Wat is de naam van je moeder?

Hoe heet je vriendin?

Werk je in Leuven?

Waar ben je geboren?

Waar woon je?

--------------------------------------------------------------------------------------

komen, gaan, werken, wonen

1. Paolo ........ uit Italie en hij ..... naar Belgie.

2. Jullie ......  samen in Leuven.

3. Lisa ......... naar Paris

4. U ........ bij een firma in Brussel.

Mijn naam is Paolo.

Ik ben Paolo.

Je bent Paolo.

U bent Paolo.

Hij is Paolo.

Zij is Judit.

We zijn.

Jullie zijn.

Zij zijn.

-----------------------------------------------

My name is Paolo.

I am Paolo.

You are Paolo.

He is Paolo.

She is Judit.

We are.

You are.

They are.

-----------------------------------------

beetje

interessant

hier

tot ziens

straat

komen

spreken

studeren

wonen

werken

komen

gaan

broer

samen

ook

----------------------------------------